Slakken

Slakken of buikpotigen zijn een klasse in de stam van de weekdieren. De naam buikpotigen en de wetenschappelijke naam verwijzen naar de gespierde onderzijde van het langwerpige lichaam, waarmee de dieren zich voortbewegen.

Er zijn wereldwijd zo’n 60.000 tot 75.000 soorten beschreven en benoemd. De meeste slakken zijn tweeslachtig; ze kunnen van gescheiden geslacht zijn maar ook hermafrodiet.

De slakken zijn op verschillende manieren in te delen. Zo zijn slakken de enige weekdieren die behalve in het water ook op het land voorkomen. De meeste slakken leven in zee, een kleiner aantal soorten leeft in zoet water, en er zijn dus vertegenwoordigers die op het land leven. Er zijn slakken met een huisje (huisjesslakken) en slakken zonder huisje (naaktslakken), soorten die door middel van kieuwen ademen en andere die longen hebben. Er zijn aaseters, planteneters, detritus-eters, en op prooien jagende vleeseters.

De huisjesslakken worden gekenmerkt door een enkele schelp die meestal windingen heeft. Doordat deze slakken vaak een verkalkt huisje hebben, zijn er van deze diergroep veel uitgestorven soorten bekend. Veel soorten worden gebruikt als gidsfossiel, aan de hand waarvan de ouderdom van aardlagen kan worden vastgesteld.

Bestrijding van slakken

Slakken zijn een gruwel voor veel tuinliefhebbers vanwege de plantenetende levenswijze van veel soorten. Sommige soorten eten het liefst de jonge, frisse groene blaadjes, waardoor bijvoorbeeld bij sla-achtige planten of rozen een ware verwoesting kan worden aangericht. Het zijn voor een deel naaktslakken die deze schade aanrichten, maar lang niet alle naaktslakken leven bovengronds. Sommige akkerslakken leven ook ondergronds en vreten dan aan wortels en knollen. Slakken zijn op verschillende manieren te bestrijden, bijvoorbeeld ze te vangen met lokstoffen en vallen en ze daarna uit te zetten in de natuur of op een ‘diervriendelijke’ manier te doden. Bedacht moet echter worden het maar om een beperkt aantal soorten gaat: veel soorten leven van ander voedsel dan levende planten en er zijn daarnaast ook veel soorten die juist heel ‘nuttig’ werk doen door dood materiaal op te ruimen en als voedingsstof aan de bodem toe te voegen.

Het gebruik van gifstoffen zoals slakkenkorrels moet daarom tot het uiterste worden beperkt en eigenlijk geheel ontraden want die stoffen maken in het algemeen geen onderscheid tussen ‘nuttige’ en ‘schadelijke’ soorten. Slakkenkorrels doden de slak, maar eenmaal vergiftigd en na te zijn opgegeten door bijvoorbeeld een vogel hebben de korrels vervelende gevolgen hoger in de voedselketen. Dit komt doordat mercaprodimenthur, metaldehyde en methiocarb als werkzame stoffen worden gebruikt, die ook schadelijk zijn voor vogels en zoogdieren.

Het is beter slakken te lokken en daarna uit te zetten, of te voeren aan andere dieren als vogels, sommige eenden, kippen enz. of ‘diervriendelijk’ te doden. Voorbeelden van lokstoffen zijn omgekeerde citrusvruchten of meloenen die de slakken uitvreten en als schuilplaats beschouwen. Ze kunnen de volgende ochtend ‘geoogst’ worden. De gevangen dieren kunnen worden uitgezet in hagen en houtwallen.

Slakken kunnen absoluut niet tegen zout, maar het doden van slakken met zout is een bijzonder dieronvriendelijke oplossing omdat de slak langzaam wordt weggevreten. Dit komt doordat de slak voor verreweg het grootste deel uit water bestaat en zout onttrekt door osmose al het water aan de slak. Uiteindelijk blijft er een hoop groene slijm over.

Wat bovendien vaak vergeten wordt, is dat zout zeer schadelijk is voor de bodem en voor bepaalde planten die op deze bodem groeien. En het zout blijft lange tijd in de bovenlaag van de bodem aanwezig voor het is weggespoeld. Wanneer slakken in huis binnendringen is het wel zinvol (als tijdelijke oplossing) zout te strooien voor de plaats waar ze het huis binnenkomen, omdat ze dit zullen vermijden.

Het invriezen van verzamelde slakken is al beter, omdat de dieren langzaam wegzakken in een rusttoestand, en vervolgens bevriezen en sterven. Rottende dode exemplaren stinken verschrikkelijk en kunnen het best worden begraven. Indien men zeker weet dat de slak niet is vergiftigd, en het een eetbare soort zoals bijvoorbeeld de segrijnslak betreft, kan men een slakkenplaag ten voordele laten gelden.

Eetbare slakken worden als delicatesse beschouwd en zijn te bereiden tot escargot. Wel is het aan te raden de dieren enkele dagen in quarantaine te houden om er zeker van te zijn dat ze blijven leven en dus niet vergiftigd zijn. Gedurende de quarantaine worden ze gewoonlijk met gemalen granen gevoed zodat de ingewanden van grit en andere ongewenst materiaal ontdaan worden. Slakken moeten goed gekookt worden om parasieten en bacteriën die een slak in zich kan dragen te doden.

Ook in aquaria worden slakken vaak als ongewenst beschouwd. Dit is vaak ten onrechte omdat veel soorten juist algeneters zijn of leven van dood plantaardig materiaal en dus het aquarium ‘schoon’ houden. In aquaria worden onder andere kogelvissen vaak gebruikt om van een slakkenplaag af te komen. Sommige slakkensoorten, zoals de geeloranje appelslakken en de slanke knobbelhoren zijn juist populair om in het aquarium gehouden te worden.