Spinnen
Spinnen vormen een orde van geleedpotigen die behoren tot de klasse van de spinachtigen. Andere spinachtigen worden ook wel met de term ‘spin’ aangeduid, zoals de zeespinnen en de zweepspinnen. De vertegenwoordigers van de orde Araneae worden daarom ook wel ‘echte spinnen’ genoemd om ze van de andere groepen te onderscheiden.
Er zijn bijna 50.000 spinnensoorten beschreven en benoemd, en dat aantal neemt nog jaarlijks toe. Spinnen komen over de hele wereld voor en vertonen een grote variatie in lichaamsbouw, gedrag en voedselspecialisatie. De populatiedichtheid kan hoog zijn.
In België en Nederland leven bijna 700 soorten spinnen. Een aantal spinnen komt zeer algemeen voor en is bij het grote publiek bekend. Voorbeelden zijn de huisspin en de trilspin die in huizen leven, en in tuinen komt de kruisspin algemeen voor. Sommige spinnen zijn echter zeldzaam en worden door wetgeving beschermd. Een voorbeeld is de lentevuurspin.
Spinnen zijn terrestrisch; het zijn typische landbewonende roofdieren die levende prooidieren eten, die in de regel gevangen worden met behulp van spinsel. Veel spinnen maken een vangweb en zijn passieve jagers; ze wachten tot een prooidier in het web verstrikt raakt waarna de prooi wordt buitgemaakt. Andere spinnen jagen actief op prooien of wachten vanuit een hinderlaag. Spinnen ruimen grote hoeveelheden insecten op, vooral vliegen en muggen. Een aantal spinnen heeft zich gespecialiseerd in het vangen van andere dieren, zoals op het land levende kreeftachtigen, rechtvleugeligen of mieren; de spinneneters eten zelfs andere spinnen.
Spinnen zijn er in diverse vormen, kleuren en maten. Een aantal tropische soorten heeft een vrij groot formaat, en soms bonte kleuren, een markante lichaamsvorm of karakteristieke uitsteeksels. De meeste spinnen hebben echter een goede camouflage. Een aantal spinnen is zo sterk gecamoufleerd dat ze niet meer als zodanig te herkennen zijn. Voorbeelden zijn spinnen die lijken op dierlijke uitwerpselen of plantendelen zoals bladeren en takjes. Er zijn ook soorten die andere dieren zoals wespen of mieren imiteren.
De meeste spinnen blijven klein en hebben een lichaamslengte -exclusief poten- van ongeveer een centimeter. De kleinste spinnensoorten worden niet langer dan één millimeter. De grootste soorten kunnen een spanwijdte van de poten hebben van meer dan 25 centimeter.



Spinnen en de mens
Spinnen hebben hun uiterlijk tegen; ze zijn harig, hebben lange behaarde poten en bewegen zich snel. Daarnaast duiken ze vaak onverwacht op uit donkere hoekjes waardoor een mens soms geconfronteerd wordt met een harig, langpotig dier dat zich snel beweegt of zelfs de cheliceren toont.
In feite is het net andersom; een spin zit rustig in het donker maar wordt plots verstoord door licht en een groot ‘dier’ dat te groot is om op te eten en dus wordt beschouwd als vijand. Niet zelden gedraagt een mens zich ook als vijand door te pogen de spin te doden. Een spin zal meestal wegrennen of dreiggedrag vertonen.
Spinnen die wat groter worden, zoals sommige vogelspinnen, kunnen met hun grote kaken bijten en hierdoor zijn spinnen gevreesde dieren. Ze worden in de cultuur gebruikt als metafoor voor alles wat eng en slecht is. Bij veel mensen roept een confrontatie met een spin een schrikreactie op, wat voortkomt uit een reflex en dus normaal is. Mensen die zeer bang zijn voor spinnen lijden aan een spinnenfobie of arachnofobie. Spinnen worden ook wel als huisdier gehouden in een terrarium om ze te bewonderen. In sommige Aziatische landen worden spinnen gevangen, gefrituurd en vervolgens opgegeten.
Van spinnen wordt wel beweerd dat ze soms ingeslikt worden als men slaapt. Het menselijk lichaam erg warm voor een spin. Daarnaast zijn de poten van spinnen voorzien van vele stekels waardoor het fysiek ook niet mogelijk is om zich door de slokdarm te bewegen zonder hierbij verstrikt te raken.
De spin staat symbool voor gevaar, giftigheid en boosheid. Maar kleine spinnen zouden geluk brengen; het tijdstip waarop een spin wordt gezien, speelt daarbij een belangrijke rol. In de volksgeneeskunde werd een walnoot met een kruisspin erin als amulet tegen koorts gedragen. Een spin die naar beneden kruipt in haar web is een goed voorteken maar als zij omhoog kruipt is er ongeluk op komst.
Bron: Wikipedia Spinnen

